Enige tijd terug schreef ik een blogpost over hoogte(ziekte) (klik hier). Met een qua teneur ietwat terneergeslagen conclusie. Er bestaan namelijk hardnekkige mythes rond hoogteziekte, opgelijst op deze website. En één van die mythes gaat als volgt: "physical fitness protects against altitude sickness". Of anders gesteld: fitheid beschermt je dus niét tegen het krijgen van hoogteziekte. Zelfs het tegendeel zou - indirect - waar zijn (klik op de afbeelding om te vergroten):
En hierbij wil ik, zo vlak voor mijn vertrek richting de Himalaya, toch graag nog enkele kanttekeningen maken. Want los van de hoogte ga je toch gewoon best zo fit als mogelijk de berg op. De mythe kan hier mijns inziens dus niet dienen als excuus om niet naar een uitstekende conditie toe te werken.
Om te citeren uit het boek dat de voorbije maanden op mijn nachtkastje heeft gelegen ('Training for the new Alpinism'): "Arriving at the start of an expedition to high altitude in prime fitness and extraordinary health is as important as clear skies on summit day."
In de maanden april tot en met juli hebben Sven en ikzelf vooral gepoogd om aan onze basisconditie te werken. Veel en lange duurlopen, dat was ons plan. Ik moet eerlijk toegeven: we zijn daar maar ten dele in geslaagd. Want 'veel' werd 'niet genoeg' en lang uiteindelijk 'zeker niet lang genoeg'.
Dat we te weinig die basis hebben getraind, had mogelijks te maken met ons aanvoelen dat ze ons op den duur fysiek niet meer prikkelden. Subjectief hadden we, ongetwijfeld onterecht, het gevoel dat we ter plekke bleven trappelen en dat we te weinig kwamen aan wat in het sportjargon als 'event-specifieke training' wordt omschreven.
Uitgerekend op dat moment ontdekten we via via het bestaan van de Gentse start-up 'Alticube' en maakten Sven en ik kennis met oprichter en zaakvoerder Mathieu. Zijn - in Gent alleszins nog behoorlijk unieke - concept draait rond 'hoogte-training', overgewaaid vanuit de professionele sportwereld. Ergens middenin die lange en hete zomer, hadden we een try-out en een lange babbel met Mathieu. Want, eerlijk, we hadden zo wel onze vragen en twijfels.
Uitgerekend op dat moment ontdekten we via via het bestaan van de Gentse start-up 'Alticube' en maakten Sven en ik kennis met oprichter en zaakvoerder Mathieu. Zijn - in Gent alleszins nog behoorlijk unieke - concept draait rond 'hoogte-training', overgewaaid vanuit de professionele sportwereld. Ergens middenin die lange en hete zomer, hadden we een try-out en een lange babbel met Mathieu. Want, eerlijk, we hadden zo wel onze vragen en twijfels.
Zouden we op die manier wel echt gaan trainen wat ons lichaam ook effectief zal moeten presteren? En in hoeverre zou die hoogtetraining ons ook voorbereiden op de beklimming richting 6.500 m.? Beperkt hoogtetraining nu al dan niet het risico op het krijgen van hoogteziekte tijdens de expeditie?
De gedachtewisseling leerde ons dat er eigenlijk een drietal soorten hoogte-trainingen bestaan:
* LHTH - live high, train high: zeg maar de klassieke hoogtestage
* LHTL - live high, train low: slapen op hoogte, maar trainen op zeeniveau
* LLTH - live low, train high ofte hypoxic training: regelmatige trainingen op hoogte
(klik om te vergroten)
(klik om te vergroten)
De eerste twee vormen (LHTH en LHTL) zijn erg effectief, in de zin dat ze een hematologisch effect genereren: het aantal rode bloedcellen neemt toe en hoe meer van die cellen, het groter het zuurstoftransport in je lichaam.
Maar ze zijn dan weer verre van evident in een laag land als België, tenzij je jezelf de investering aandoet om in een zuurstoftent te gaan slapen. Wat je bovendien zeker 2 tot 3 weken moet volhouden. Ik zal het maar grif toegeven: we hebben even de huur van zo'n tent overwogen, maar onze vriendinnen zagen dat (extra) geronk in de slaapkamer niet echt zitten, hoe romantisch het er ook uitziet...
Met hypoxie training (LLTH) verandert er niks in je bloed, maar wordt er op cellulair niveau geprikkeld waardoor het zuurstofmetabolisme efficiënter zou moeten verlopen. Tijdens zo'n training worden door het aanvoeren van lucht met een lager zuurstofgehalte dan de normale 21% op zeeniveau hoogtes gesimuleerd tot 4.000 m. Je traint dankzij technologie dus op hoogte, zonder naar de bergen te moeten afzakken. En dat doet wat met je hartslag en trainingsintensiteit!
Een kerel die enthousiasmerend wist waarover hij sprak en binnen de week een trainingsschema voor ons had uitgetekend richting onze top, met een combinatie van hypoxic training met hoge weerstand op de fiets, 'inclined walks' met of zonder rugzak en krachttraining als slecht verteerbare tussendoortjes... Sven en ik zagen dat het goed zat en begonnen te trainen bij Alticube.
We zijn vandaag drie maand later en we hebben er geen spijt van gehad. Mathieu bleek een topkerel en ontpopte zich bijna tot een personal trainer, meelevend op onze pieken en dalen richting de Mera Peak. Doorgaans trainden we twee tot drie avondlijke keren per week, niet zelden quasi aansluitend na m'n werkdag en op onze vraag veelal op de tonen van foute jaren '90 muziek. Liters Aquarius deden dienst als dorstlesser, door de keel gutsend als ware het verfrissende pinten. Er werd gelachen, gezweet en gekrijst.
Alticube werd Alticuben, een werkwoord, met haar eigen Whatsapp-groepje. Het waren, in elk geval met momenten, verdomd zware trainingen. Het uitgestippelde trainingspad liet me zelfkennis oogsten over presteren op hoogte, wat me de komende weken nog van pas zal komen.
Gisteren, tijdens de allerlaatste Alticube-training, deed ik quasi moeiteloos wat me een paar weken terug nog in een galaxy van dansende sterretjes had laten belanden: op de loopband met een hellingsgraad van 15%, tegen 4 km per uur wandelend op een fictieve 3.500 m. Tussendoor zeulend met 34 kg., ruim de helft van mijn eigen lichaamsgewicht, een tiental keren de trappen op en af, tegen de achtergrond van een citaat dat het verdiende om keer op keer te worden gelezen.
In juli schreef ik naar aanleiding van de resultaten uit de Fitness-check van Polar: "Voor ik het vliegtuig opstap naar Kathmandu, had ik toch graag op 'uitstekend' qua conditie gestaan."
Ik ben best trots dat ik vandaag, op de niet eens zo spreekwoordelijke vooravond van ons vertrek richting het verre Nepal, sta waar ik wou staan:
Trots, maar zeker niet hoogmoedig. Want er is veel meer nodig dan een uitstekende conditie om zo'n berg te bestijgen. Als het me ergens midden november niet zou lukken om de top te halen, zal ik ontgoocheld maar tegelijkertijd dankbaar buigen naar de berg voor wat ze me zou hebben ingefluisterd.
"What you can climb is a manifestation of the current, temporary, state of your whole self."
Reacties
Een reactie posten