Zo druk ben ik de jongste weken geweest met trainen (en ook wel wat reizen, toegegeven), dat ik bijna niet (meer) aan schrijven toekwam. Maar ik neem me (opnieuw) voor om terug wat regelmatiger te schrijven. Het verplicht me om me ook in m'n gedachten, met letters en woorden in het bijzonder, voor te bereiden op onze expeditie. En niet enkel met het aanmaken van nieuwe spiercellen.
Maar nu we het daar tóch over hebben: de frequentie van mijn fysieke trainingen zit nu eindelijk bijna waar ze hoort te zitten: op kruissnelheid, vier keren per week. Het vraagt ontzettend veel van mijn lijf. Het past zich aan, maar laat me mijn avondlijke trainingen, waar ik voortdurend flirt met mijn fysieke grenzen, 's ochtends voelen tot in het diepste van mijn spiervezels. En ik ben al geen ochtendmens.
Aan zij die overwegen om me uit te lachen met de volgende zin die komt: lees eerst dit. Frisse pintjes werden ingeruild met lauwe tetra-brikjes Cécémel - in de ijdele hoop dat lijf en leden sneller zullen recupereren.
Een bloedtest bij de sportarts legde een klein tekort bloot aan ijzer - dat ik nog snel dien bij te benen. Mijn hart zou het, althans volgens de sportmedische screening, niet (meteen) mogen begeven- zelfs niet aan een bijna 'kolibri-aanse' maximum hartslag van 205 slagen per minuut.
Slechts vijf dagen resten mij waarop ik nog iets van alcohol kan drinken.
En over een dikke week organiseert Zuiderhuis de 'vertrekvergadering'. Het is bijna zo ver. Nog maar van 35 dagen ver lonkt de Mera Peak... Nog zo veel te doen. Dit is ongetwijfeld zoiets waar je je nooit helemaal klaar voor zal voelen, toch?
De voorbije posts op m'n blog beschreven eigenlijk vooral hoe ik me fysiek - conditioneel - voorbereid op onze expeditie naar de Mera Peak. Van héél wat vrienden en lezers kreeg ik de vraag hoe dat precies zit met hoogteziekte (de top van de Mt Mera bevindt zich op zo'n 6.476 m.) en of en hoe je je daarop kan voorbereiden.
Op de top van de Mt. Mera (6.476 m.) bedraagt het zuurstofgehalte ongeveer 44% ten opzichte van het zuurstofgehalte op zeeniveau. Op Mount Everest is dat nog 33%. Een grafiekje om het wat concreter te maken:
Maar nu we het daar tóch over hebben: de frequentie van mijn fysieke trainingen zit nu eindelijk bijna waar ze hoort te zitten: op kruissnelheid, vier keren per week. Het vraagt ontzettend veel van mijn lijf. Het past zich aan, maar laat me mijn avondlijke trainingen, waar ik voortdurend flirt met mijn fysieke grenzen, 's ochtends voelen tot in het diepste van mijn spiervezels. En ik ben al geen ochtendmens.
Aan zij die overwegen om me uit te lachen met de volgende zin die komt: lees eerst dit. Frisse pintjes werden ingeruild met lauwe tetra-brikjes Cécémel - in de ijdele hoop dat lijf en leden sneller zullen recupereren.
Een bloedtest bij de sportarts legde een klein tekort bloot aan ijzer - dat ik nog snel dien bij te benen. Mijn hart zou het, althans volgens de sportmedische screening, niet (meteen) mogen begeven- zelfs niet aan een bijna 'kolibri-aanse' maximum hartslag van 205 slagen per minuut.
Slechts vijf dagen resten mij waarop ik nog iets van alcohol kan drinken.
En over een dikke week organiseert Zuiderhuis de 'vertrekvergadering'. Het is bijna zo ver. Nog maar van 35 dagen ver lonkt de Mera Peak... Nog zo veel te doen. Dit is ongetwijfeld zoiets waar je je nooit helemaal klaar voor zal voelen, toch?
De voorbije posts op m'n blog beschreven eigenlijk vooral hoe ik me fysiek - conditioneel - voorbereid op onze expeditie naar de Mera Peak. Van héél wat vrienden en lezers kreeg ik de vraag hoe dat precies zit met hoogteziekte (de top van de Mt Mera bevindt zich op zo'n 6.476 m.) en of en hoe je je daarop kan voorbereiden.
Op de top van de Mt. Mera (6.476 m.) bedraagt het zuurstofgehalte ongeveer 44% ten opzichte van het zuurstofgehalte op zeeniveau. Op Mount Everest is dat nog 33%. Een grafiekje om het wat concreter te maken:
De oorzaak van die hoogteziekte is het lage zuurstofgehalte van de lucht, waardoor het zuurstofgehalte in het bloed daalt en klachten kunnen ontstaan. Op de website van de Koninklijke Nederlandse Klim - en Bergsport Vereniging valt te lezen: "Op een hoogte tussen 2.500 en 3.000 m. is de kans om hoogteziekte te krijgen 25%. Hierbij gaat het dan meestal om minder ernstige vormen van hoogteziekte. Tussen de 3.500 en 5.500 m. heb je een kans van 65%. Boven de 5.500 m. krijgt vrijwel iedereen in meer of mindere mate te maken met hoogteziekte."
OK, dus hoogteziekte krijgen we, laten we daar dan maar alvast even van uitgaan... Dat is het slechte nieuws. Het goede nieuws? Er zijn verschillende soorten, of eerder nog: 'gradaties'. Op de (medisch betrouwbare) site van 'Gezondheid en Wetenschap' wordt een opdeling gemaakt in: acute hoogteziekte (i); acute hoogteziekte met hersenstoornissen (ii) en acute hoogteziekte met longproblemen (iii), met telkens een opsomming van de (voornaamste) symptomen. Een overzichtje:
* Acute hoogteziekte (i): vermoeidheid, zwaktegevoel, gebrek aan eetlust, vochtophoping in de benen, onhandigheid, versnelde hartslag, slaapstoornissen, lusteloosheid, adempauzes 's nachts, verminderde urineproductie, ...
Op enkele symptomen na, goed vergelijkbaar met een heftige kater en wellicht de vorm van hoogteziekte waar we op een bepaald moment sowieso tegenaan zullen lopen. Valt - buiten de adempauzes 's nachts - eigenlijk goed mee in vergelijking met de volgende vorm.
onregelmatige en onhandige bewegingen, misselijkheid en braken, ijl gevoel in het hoofd, waanvoorstellingen, gezichtsstoornissen, gedragsveranderingen, verlammingsverschijnselen, koorts, verminderd bewustzijn, ...
* En tot slot is er hoogteziekte met vooral longproblemen (iii): kortademigheid in rust, snelle hartslag, druk op de borst, blauwe lippen, ophoesten van schuimige, rode slijmen, ...
Andere sites delen hoogteziekte op in - respectievelijk - 'mild', 'moderate' & 'severe'. Zoals op onderstaande 'infograpgh'
Hoogteziekte is niet echt om mee te lachen en de manier waarop we op de hoogte zullen reageren zal dé kritische succesfactor worden. Gewoon eens googlen op de trefwoorden 'hoogteziekte' en 'Mera Peak' en het eerste zoekresultaat aanklikken, liet me op volgende passus botsen:
"Het was zijn eerste berg. Eind oktober begon Joris Rietman samen met 29 andere Nederlanders aan de beklimming van de 6.476 meter hoge Mera Peak in de Himalaya. Het merendeel van de groep had nog nooit eerder geklommen, maar ze deden rustig aan en hadden genoeg dagen voorzien om te acclimatiseren. Bovendien waren ze in Nederland maandenlang goed voorbereid door expeditieleider René de Bos – de eerste Nederlander die bovenop de Mount Everest stond – en expeditie-arts Ronald Hulsebosch, die de eerste Nederlandse beklimming van de K2 begeleidde. Toch ging het mis. ‘Op 5.200 meter voelde ik me ineens slecht. Ik had al twee dagen geen eetlust meer, dus ik at te weinig. De nacht bracht ik kotsend buiten door. Het hield niet op. De dag ervoor voelde ik me nog ontzettend goed, ik wist zeker dat ik het zou halen, maar na die nacht was mijn hele conditie weg. Iedere stap kostte me enorm veel moeite, ik was zo moe. Daarnaast had ik de ergste hoofdpijn die ik ooit gehad heb. Ik heb mezelf nog naar het basiskamp gesleept en daar een nacht doorgebracht maar mijn hoofdpijn bleef vreselijk en pijnstillers hielpen niet. ’s Ochtends wist ik dat ik de top niet zou halen. Samen met een sherpa ben ik teruggekeerd."
Hoe vreselijk ik het ook vind om dit te beseffen en te schrijven: je moet er rekening mee houden dat dit ons ook kan overkomen. Er is maar heel weinig dat je kan doen om hoogteziekte te voorkomen. Twee hardnekkige mythes mogen volgens het 'Institute for Altitude Medicine' in elk geval doorprikt: i) dat (extra) water drinken je zal beschermen tegen het krijgen van hoogteziekte en ii) dat fysieke fitheid je beschermt tegen het krijgen van hoogteziekte.
Toch wil ik bij dat laatste graag enkele kanttekeningen maken. Maar die hou ik voor een volgende blog...
Reacties
Een reactie posten