In een vorige blogpost deelde ik met jullie mijn ervaringen met de hoogtetest, die me van 6.000 m. terug met beide voeten aan de grond had gezet. Waarover ik jullie nog niet vertelde was de inspanningstest, die ik die dag eveneens aflegde. En ook dat ging niet zó fantastisch. Behoorlijk snel... Neen, wacht, correctie: véél te snel (aan 7,5 kilometer per uur (!)) ging ik immers over de zogenaamde ' aerobe drempel ', dat is het punt waarop het lichaam bij een fysieke inspanning melkzuur begint te vormen als bijproduct van de verbranding van suikers. Rond 10,5 kilometer per uur bereikte ik de ' anaerobe drempel ', het punt waarop het lichaam bij een inspanning niet meer voldoende zuurstof opneemt om het melkzuur te neutraliseren. Verzuring treedt vanaf dan onherroepelijk op. Eén lichtpuntje was dat ik kon volhouden tot 16 kilometer per uur . Maar dat vergde veel van mijn lijf. Mijn hart sloeg tegen dan 205 slagen per minuut - not for the faint of
Met pieken en dalen richting de Himalaya